WEET WAT UW ECHTE BELANG IS EN WIE DAAR VOOR OPKOMT
Hieronder in vogelvlucht de stappen die gezet zijn om de tandheelkundige professie ondergeschikt te maken aan een centrale regelgeving in het belang van het bedrijfsleven, de beroepsorganisaties en de bureaucratie. Zie wat de SOH/KOM daartegen ondernomen heeft en onderneemt.
1986 De Wet Tarieven Gezondheidszorg verbiedt lager declareren in de tandheelkunde als ook het zetten van implantaten. Zowel tarieven als prestaties voor de particuliere patiënt moeten wettelijk worden goedgekeurd. De Stichting Onafhankelijke Hulpverlening verliest alle bezwaarprocedures daartegen t/m de Europese Commissie voor de rechten van de mens. Het gaat dus niet om de ‘kosten/betaalbaarheid’ of de kwaliteit, maar dat de tandarts niet meer onafhankelijk mag zijn en zich moet voegen naar wat de politiek, de zorgverzekeraar en het bedrijfsleven voorschrijft.
Voor de ziekenfondsen in die tijd waren de tarieven en de prestaties al vastgelegd. De kosten per patiënt waren laag, de productie was hoog en de kwaliteit was laag. Daarnaast werd er mondjesmaat gecontracteerd. Om die reden konden jonge collegae zich niet vestigen en vertrokken velen naar het buitenland.
Lees: Het pleidooi tegen het UPT
1993 Met de gelijkschakeling van de tarieven wordt het ziekenfondstarief substantieel verhoogd en het particuliere tarief substantieel verlaagd. De meerderheid bestaande uit Ziekenfondstandartsen kreeg haar zin. Vanaf dat moment was het helemaal gedaan met de keuzevrijheid. Een kleine minderheid van zuiver particuliere tandartsen met veel lagere omzetten moest inleveren ten gunste van de ziekenfondspraktijken en gemengde praktijken met beduidend hogere omzetten. Het was toen geen geheim dat de kleinere praktijken veel meer gericht waren op kwaliteit en de grotere praktijken op kwantiteit. De hoogte van de tarieven werd afhankelijk gesteld van het totale productievolume. Dus hoe hoger het volume des te lager het tarief.
2011 Toen de door de SOH voorspelde kostenverhogingen en kwaliteitsdaling te duidelijk werd zou ‘marktwerking’ de oplossing moeten bieden. Om die reden werd het experiment vrije tarieven door Minister Schippers gepromoot en door de beroepsorganisaties omarmt. Dat experiment rammelde echter aan alle kanten. De argwanende professie werd door de eigen beroepsorganisatie over de streep getrokken met het dreigement van een kostprijsonderzoek en lagere tarieven.
Lees: Verzoek aan de minister om contractsvrijheid i.p.v. experiment vrije tarieven
2012 Het College van Beroep was niet gevoelig voor de ingebrachte bezwaren tegen dat experiment aangespannen door tandartsen op persoonlijke titel. Iedereen moest dus zonder uitzondering meedoen op straffe van een dwangsom. Op de dag van de uitspraak verloren de beroepsorganisaties een Kort Geding. Zij maakten juist bezwaar tegen het weer stopzetten van het experiment per 2013.
Lees: Het bezwaarschrift tegen experiment vrije tarieven
2013 Het oude regime werd hersteld met nieuwe geclusterde prestatiecodes en verlaagde tarieven. Ruim 800 tandartsen worden gedwongen op straffe van een dwangsom mee te doen met een kostprijsonderzoek ten behoeve een tariefstelling voor de hele professie. Dit kostprijsonderzoek deugt van geen enkele kant en al helemaal niet om aan de hand daarvan met nieuwe uniforme tarieven te komen. De kwaliteit van de zorg wordt immers totaal niet meegewogen. De beroepsorganisaties maakten geen bezwaar en steunden ook de geselecteerde tandartsen niet bij hun bezwaren tegen dit onderzoek.
De Stichting Onafhankelijke Hulpverlening wordt weer opgericht en komt met een beleidsvisie die de kwaliteit bevordert, de kosten beteugelt en de regelgeving doet verminderen. Minister Schippers is daar enthousiast over maar verwacht te veel politieke tegendruk na haar mislukte experiment. De beroepsorganisaties houden zich op de vlakte, maar weigeren deze visie te onderschrijven.
Lees: Reactie van Minister Schippers op beleidsvisie SOH
2014 SOH doet in september aangifte bij de NZa. Er zijn duidelijke aanwijzingen van een miljoenenfraude bij een grote zorgverzekeraar. Beroepsorganisaties noch pers springen bij. De NZa kan zich zo nog makkelijker afzijdig houden. Ze zijn er echter als de kippen bij als een collega ook maar de schijn van fraude op zich laadt.
Lees: Aangifte van de SOH bij de NZa
2014 ‘Tandartsen frauderen niet’, aldus Barnasconi (toen voorzitter van de KNMT) op het VVAA-lustrumcongres. ‘Even checken in de zaal’, zei de moderator. Wat bleek: 80% van de ruim 700 aanwezige (tand)artsen paste hun administratie meer of minder vaak aan om de kwaliteit te handhaven.
2015 SOH stelt cruciale vragen aan de NZa in januari en beroept zich daarbij op de Wet Openbaarheid van Bestuur. In een reactie van de NZa blijkt zonneklaar dat er geen antwoorden op die vragen zijn gegeven of gegeven kunnen worden.
Lees: SOH verzoekt NZa directie om antwoorden
2015 Symposium georganiseerd door het Keurmerk Onafhankelijke Mondzorg op 17 maart. Een demonstratie van top-tandheelkunde. Iedereen onderkende het probleem. Deze vorm van tandheelkunde is met de huidige regelgeving niet te declareren. Ook de aanwezige politici en bestuursleden van de beide beroepsorganisaties erkenden dat.
2016 De voorzitter van het Keurmerk Onafhankelijke Mondzorg tijdens het mondzorgdebat met Leden van de Tweede Kamer: “Dankzij het huidige beleid kun je heel makkelijk veel verdienen met sjoemel-tandheelkunde. Alleen als je sjoemelt met de administratie word je gepakt, ook al lever je de beste kwaliteit. Sjoemelen in de mond is dus veiliger dan sjoemelen met de administratie”. Iedereen zwijgt. Niemand stelt vragen.
Bekijk: Toespraak Hans Beekmans
Januari 2017 Het roer moet om, volle zalen, zelfs politici willen minder regels, zorgprofessionals moeten meer ruimte krijgen en meer vertrouwen. De mensen inclusief de beroepsorganisaties zijn verrukt en applaudisseren. Minder regels, meer vrijheid! En dan te bedenken dat de SOH zich hier al zo lang hard voor maakt.
Februari 2017 En dan met een dikke kop in de Telegraaf: ‘Fraudetandarts beboet voor opplussen rekening’ en krijgt een boete van 2 ton aan zijn broek. “Schande!’ roept zijn beroepsorganisatie. ‘Wie zich niet aan de regels houdt moet bloeden!’ Over kwaliteit wordt niet gesproken. Ook niet over de patiënttevredenheid en geen enkele kritiek op het huidige beleid.
April 2017 SOH en NZa delen de opvatting dat huidige regelgeving niet leidt tot betere kwaliteit en kostenbeheersing. Op basis daarvan wordt er met het KOM gekeken hoe het anders kan. De wet zou daartoe ruimte bieden, aldus de NZa.