Achmea pakt tandartsen aan

Door Jeroen Wester (NRC)

Verzekeraar Achmea vindt dat tandartsen veel onterecht declareren en vordert geld terug. De verzekeraar gaat op de stoel van de tandarts zitten, luidt de reactie van de beroepsgroep.

Zorgverzekeraar Achmea stuurt circa duizend tandartsen – één op de zeven praktijken – een brief vanwege onjuiste declaraties. Na intern onderzoek is de verzekeraar tot de conclusie gekomen dat zij sinds 2010 onterecht declareerden, gemiddeld 4.000 euro per tandarts. Daarbij gaat het niet per definitie om fraude.

De verzekeraar baseert zijn vordering op data-analyse waaruit twee soorten onterechte declaraties naar voren komen. Ten eerste gaat het om declaraties van activiteiten die als combinatie onmogelijk zijn, bijvoorbeeld door een beschermlaag voor een kies te declareren terwijl die beschermlaag ook al is gedeclareerd bij reparatie van die kies.

Er zijn daarnaast declaraties ingediend voor zorg die nooit gegeven is. De verzekeraar zegt dit te kunnen opsporen door afwijkend gedrag. Zo stuitte Achmea op een tandarts die meer dan honderd sealings per patiënt in zijn praktijk declareerde. Die sealings worden vooral bij kinderen gebruikt als beschermlaag tegen gaatjes. „In het ongunstigste geval krijgt iemand misschien twintig sealings in zijn leven”, zegt Jan Blanken, tandarts en medisch adviseur bij Achmea.

Een half jaar geleden vorderde VGZ, een andere grote zorgverzekeraar, bij 11 van de 55 meest declarerende praktijken in het land, in totaal een half miljoen euro terug. Met succes, zegt een woordvoerder van VGZ. „Ruim meer dan de helft” van dat bedrag werd teruggestort. Later in het jaar werden nog eens 57 praktijken aangeschreven. „Waaronder ook praktijken die opvallend weinig declareerden. Je kunt je afvragen of de kwaliteit van zorg daar wel goed is.”

Toezichthouder NZa maakte eind vorig jaar bekend dat veel tandartsen niet open zijn over kosten en opbrengsten. Enkele honderden praktijken kregen een waarschuwing.

Achmea heeft bij zijn onderzoek gelet op tandartsen die met hun declaratiegedrag veel van het gemiddelde afwijken. Die variatie is soms verklaarbaar doordat tandartsen bijvoorbeeld in achterstandswijken (meer gaatjes) zijn gevestigd of in vergrijsde gebieden (meer gebitsproblemen). „Bij de variatie die we niet kunnen verklaren, gaan wij vragen stellen”, zegt medisch adviseur Blanken.

Tandartsen vinden de actie van Achmea onterecht. Zij menen dat de verzekeraar te veel op de stoel van de tandarts wil gaan zitten. De Associatie Nederlandse Tandartsen rept van willekeur doordat Achmea naar gemiddeldes kijkt. De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde benadrukt dat de tarieven en declaratiecodes zwaar verouderd zijn.

Volgens Achmea is de actie er ook op gericht om het indienen van verkeerde declaraties te ontmoedigen.

Opsporen van fraude – Ook rol voor patiënt
Sinds vorig jaar worden patiënten van Achmea en VGZ, de twee grootste zorgverzekeraars, systematisch benaderd om declaratiefraude onder tandartsen op te sporen. Zo stuurde VGZ in de zomer van 2013 een brief naar patiënten van twee tandartspraktijken in het zuidwesten van het land, met daarin de waarschuwing: ‘Uw tandarts declareert een bovengemiddeld aantal behandelingen per verzekerde bij ons’. Het betrof twee van de meest declarerende tandartspraktijken in Nederland. Beide verzekeraars wilden vooral weten of de gedeclareerde behandelingen wel zijn uitgevoerd.

Declaratiefraude is moeilijk op te sporen, omdat patiënten wel weten wat de tandarts deed, maar de rekening niet altijd snappen.

Uit NRC Handelsblad van donderdag 9 januari 2014

Discussieer mee

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *