KNMT en ANT hebben het initiatief genomen voor de oprichting van een vereniging. Deze vereniging zal zich gaan bezighouden met het ontwikkelen van richtlijnen voor de Mondzorg. Niet alleen de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie heeft haar behoefte daartoe geuit, maar ook Den Haag zou die behoefte hebben. Richtlijnen voor de mondzorg moeten dus een middel zijn om in die behoefte te voorzien.
Laten we deze kwestie eens benaderen zoals een tandarts een patiënt.
Wat zijn de klachten?
Wat is de diagnose?
Wat is de therapie?
Wat zijn de klachten?
Om daarachter te komen hebben we de representatieve beroepsorganisaties.
Het is aan KNMT en ANT om zowel in Den Haag als bij de NPCF te achterhalen welke problemen er spelen. Zij kunnen dan beoordelen of dit problemen zijn van algemene aard of van individuele. Met andere woorden: structurele of incidentele. Alleen bij structurele problemen passen structurele maatregelen. Alleen deze maatregelen maken deel uit van een algemeen beleid.
Laten we er eens van uitgaan dat het probleem structureel is, namelijk dat geen mens meer weet wat hem te wachten staat, omdat elke tandarts het anders doet. Dat zou dan een structurele klacht zijn.
Wat is dan de diagnose?
De tandartsen verschillen onderling in aanpak en behandeling.
Wat is dan de therapie?
Om die onzekerheid weg te nemen moeten de tandartsen niet alleen dezelfde prestatiecodes gebruiken en dezelfde tarieven zoals de overheid reeds eerder heeft voorgeschreven, maar ook dezelfde aanpak, dezelfde uitvoering en wellicht ook de zelfde praktijkinrichting.
De overheid en de NPCF willen dus graag dezelfde tandartsen.
De KNMT en de ANT gaan dus mee in deze indicatiestelling en komen dus met het idee om daarvoor een nieuwe vereniging op te richten.
Maar wat is de etiologie?
Bij een diagnose hoort echter ook de vraag: wat is de etiologie, wat is de oorzaak?
Wat is nu zorgwekkend?
Een tandarts die een goeie diagnose stelt, zal met een therapie komen die zodanig is dat de klacht niet meer terug komt. Met andere woorden: hij zal ook graag de oorzaak wegnemen en niet alleen het euvel.
Wanneer Overheid , NPCF en onze beroepsorganisaties van mening zijn dat alles en iedereen gelijk moet worden aan elkaar om het euvel op te lossen dan wordt het pas zorgwekkend als tandartsen er ook zo over denken. Want dan rijst de vraag: Moeten patiënten dan ook (met de grond) gelijk gemaakt worden?
Tot slot
Tandheelkundige faculteiten en wetenschappelijke verenigingen zijn de broedplaatsen voor ontwikkelingen in de mondzorg. Met de beleidsvisie van de SOH kunnen die door elke tandarts zonder politiek worden ingepast in de praktijkvoering. Beroepsorganisaties kunnen die ontwikkelingen zodanig panklaar maken en aanbieden, dat die door zorgverzekeraars en politiek al of niet worden opgenomen in een zorgpakket en zo voor een breder publiek bereikbaar.