Bijval van voorzitter NVBT

VAN DE VOORZITTER

Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Ik sta nog volop in het werkende leven en ook nog met plezier. Het contact met de mensen en het bieden van oplossingen blijft per saldo toch nog net iets leuker dan de rompslomp van alle regeltjes, die de tandheelkunde langzaam maar zeker onderuit aan het halen zijn. Ik denk wel vaak: “Ik ben blij dat ik al 59 ben. Dan hoef ik dat regeltjesgedeelte van de tandheelkunde niet lang meer vol te houden.” Medelijden heb ik echter met die tandartsen met een ideaal om de mensen zo goed mogelijk te helpen en die net startende zijn in hun beroep. Het is voor hen niet een kwestie of ze burn-out geraken, maar meer wanneer. De belastbaarheid van de een is namelijk groter dan van de ander, maar dat je er uiteindelijk aan ten onder gaat, aan al die overheidsregeltjes, dat staat voor mij als een paal boven water.

Wie komt er op voor deze jonge tandartsen? De KNMT? Ik ben bang van niet. Deze starre organisatie zal de komende periode meer bezig zijn met het reorganiseren van hun koninklijk onderscheiden organisatie, maar zal vergeten op te komen voor hun leden. Ikzelf vraag mij ook al jaren af waarom ik eigenlijk iets van 1800 euro elk jaar neertel. Vroeger kreeg ik daar iets tastbaars voor, namelijk de afspraakagenda. Maar in het digitale tijdperk is ook dát samen met de tandartsgids iets wat niet meer een bewijs is dat je lid bent van de KNMT. Ik ben niet buitengewoon geëngageerd in het tandheelkundige veld en als zodanig merk ik eigenlijk alleen maar achteruitgang van je status als zelfstandig ondernemer. Ik merk niets positiefs van mijn lidmaatschap van de KNMT.

Goede hoop was ooit gevestigd op de ANT een kwajongensorganisatie, die onze belangen wel zou behartigen en dan een beetje stoutmoediger dan de toenmalige NMT. Wat ooit begon als een leuke rebelse organisatie, is inmiddels ook verworden tot een veel te starre organisatie, die te vaak te veel gelijkenis is gaan vertonen met de KNMT en zo zijn eigen identiteit verloren heeft. De bestuurders zitten gemoedelijk aan dezelfde tafel als de KNMT en de NZa en maken daar aan tafel een plannetje over de vergoedingen. Een interessante bezigheid lijkt mij, maar of bijvoorbeeld de implanterende tandarts daar zo blij van is geworden, dat weet ik niet.

De laatste jaren heb ik dan nu mijn hoop en vooral de hoop voor de jonge tandartsen gevestigd op de SOH. Deze organisatie is wél opkomend voor de tandarts als individueel ondernemer met een duidelijk kwaliteitsideaal voor ogen. Elke maand komen zij wel met een voorstel of met een item dat onomwonden wat vingers op zere plekken weet te leggen. Ze groeien wel, maar volgens mij moet dat sneller gaan groeien. Vandaar dat ik vanaf deze plaats nogmaals uw aandacht vestig op hun activiteiten. Dit doe ik niet voor mijzelf, want zoals reeds gezegd, mijn langste tijd zit erop, maar voor alle idealistische jonge tandartsen, die over een aantal jaren, als zij tegen hun burn-out aanzitten, pas gaan beseffen dat ze de SOH veel eerder hadden moeten gaan steunen! Wordt dus donateur van de SOH én laat u ook eens informeren over het begrip de KOM-tandarts. Op het internet leest u er alles over op de website van de SOH. Dit kwaliteitskeurmerk is van tandartsen en voor tandartsen opgericht en niet door bestuurders, die reeds snel op Haagse politici gaan lijken.

KOM op voor uzelf en KOM erbij!

Arjan Starrenburg, voorzitter NVBT

(Bron: NVBT – Tijdschrift voor Bio-energetische Tandheelkunde – jaargang 20 | nr 01-2016)

Discussieer mee