Door Redactie Stichting Beroepseer
In dagblad Trouw van 3 juni 2015 staat een interview van Maaike van Houten met Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer, waarin hij vertelt dat docenten momenteel krijgen wat huisartsen willen hebben: meer vertrouwen in hun professionaliteit: “Het wantrouwen in de beroepspraktijk is in de zorg op een hoogtepunt, terwijl in het onderwijs een zekere ontspanning begint op te treden”.
Minister Bussemaker van Onderwijs kondigde aan dat ze hogescholen minder gaat controleren, en wil kappen in de bureaucratie. Op dezelfde dag van dit bericht vraagt een actiegroep van huisartsen de Tweede Kamer hen te verlossen van de enorme papierwinkel die de verantwoording met zich meebrengt.
Het onderwijs en de zorg zijn qua stelsel niet te vergelijken – in het onderwijs ziet de overheid toe op de kwaliteit, in de zorg doen de inspectie en de zorgverzekeraars dat. Maar Jansen ziet wel overeenkomsten. In beide beroepsgroepen groeit de weerstand van vakmensen tegen vergaande bemoeienis met de beroepspraktijk. Stichting Beroepseer bestaat nu tien jaar en in die tijd heeft Jansen het verzet ‘levendiger en breder’ zien worden: “De actiegroep ´Het roer moet om´ spreekt namens twee derde van de huisartsen, dat zegt wel iets. En ook leerkrachten zijn uit hun passieve rol gekomen. Dat valt samen met burgers die zich meer met politiek bemoeien”. Bussemaker komt aan dat gevoel tegemoet, zegt Jansen, nu ze de kwaliteitscontrole weer meer wil leggen bij de instellingen zelf: “Ze werkt vanuit vertrouwen, ze gaat ervan uit dat verschillende partijen in en om de instelling zelf gemotiveerd zijn om aan de kwaliteit te werken. Dat is een heel goed beginpunt”.
In haar brief benadrukt minister Bussemaker ook het belang van collegiale toetsing, van meekijken bij elkaars werk. Jansen verwacht dan ook dat de kwaliteit van het werk verhoogt.
Voor de zorg zou hij ook graag zo’n omslag willen, maar hij ziet minister Schippers van Volksgezondheid nog niet snel zo’n brief schrijven als haar collega van onderwijs heeft gedaan: “Ik denk dat dat voor Schippers heel moeilijk wordt. Het is op haar ministerie al jaren de cultuur dat zorgverleners sterk worden gewantrouwd”.
Daar komt bij, signaleert Jansen, dat Schippers’ partij, de VVD, niet erg meewerkt. Vanuit liberale hoek kwam gisteren de felste kritiek op de plannen om scholen vrijer te laten: eerst de kwaliteit op orde, dan loslaten.
Jansen: “Bussemaker zegt helemaal niet dat de overheid alles toe gaat laten, en dat ze wel ziet wat ervan komt. Maar ze gaat wel uit van vertrouwen. Dat is een verschil met de VVD”.
Juist van de VVD, de partij van de vrijheid, vindt Jansen het tegenvallen dat ze blijf leunen op wantrouwen: “De VVD heeft kennelijk wel vertrouwen in het individu, maar niet in professionals en in hun maatschappelijke organisaties”.
Hij ziet dat niet alleen in de opstelling van de Kamerfractie van de VVD, maar ook bij andere liberale ministers in het kabinet. Hij noemt de vorming van de nationale politie, door de net afgetreden VVD’er Opstelten: “Dat is heel centralistisch geregeld. Ook daar is wantrouwen de basis, maar ook daar neemt de weerstand van politieagenten toe”
Dit artikel is gepubliceerd door Stichting Beroepseer op 4 juni 2015. Hier leest u het artikel ´Kabinet vertrouwt de leraar wel, maar de dokter niet´ door Maaike van Houten, Trouw, 3 juni 2015.