Geachte mevrouw Hoekstra,
Na het tumult wat CZ in november 2011 ontketende over de vermeende torenhoge tandartstarieven, (50% stijging!) waarna VGZ op 3 januari 2012 verder ging met hetzelfde, achteraf ongefundeerde verhaal, (30-100% hogere tarieven!) is het nu aan Achmea om in januari 2014 via de media weer de tandartsen in een negatief daglicht te brengen. Het lijkt bijna wel of de rollen voor het bespelen van de media bij de vier grote verzekeraars onderling en in overleg zijn verdeeld.
Terwijl er inmiddels een flinke inhoudelijke discussie gaande is en er blijkt dat veel zaken niet goed geregeld en afgestemd zijn, meent u dat het weer het beste is om alles snel eerst in de krant te etaleren en niet in overleg te treden met de beroepskoepels en universiteiten.
U vergeet dat door al deze vervelende, negatieve en in mijn ogen onterechte media aandacht ons beroep enorme imagoschade heeft opgelopen en fors in aanzien is gedaald, dat het tandartsenbezoek door alle commotie in 2012 flink is teruggelopen en dat uw verzekerde, die echter ook al jarenlang mijn patiënt is, het allemaal niet meer begrijpt, maar mij nu toch argwanend bekijkt of ik niet een van die duizend ben en dus een zichzelf verrijkende fraudeur. Want waar rook is, is ook vuur nietwaar?
Ik ervaar uw media offensief daarom als enorm belastend, als smaad en ten hoge mate lasterlijk. Het liefst zou ik u een flinke nota willen sturen voor de ergernis en de stress die u mij bezorgt. Een beetje hetzelfde bedrag dat in mijn hoofd is blijven hangen na het lezen van de krant van afgelopen donderdag (voorpagina nieuws halve pagina in het NRC) is in deze maar een minimale tegemoetkoming.
Het lijkt er sterk op alsof u een van hogerhand opgelegd target alleen probeert te halen over de ruggen van de zorgverleners heen. Inmiddels weten steeds meer verzekerden dat aan het eind van het jaar het niet gebruikte deel van hun volwassen prepaid tandartsverzekering (spaarpot) terugvalt naar de verzekeraar en dat daar bij u als één van de “big four” miljoenen aan overgehouden wordt. De zorgverleners weten dat dit geld uiteraard elders wordt gebruikt, want natuurlijk heeft de verzekeraar geen winstoogmerk maar is het gewoon een verdeling van fondsen. Daar bent u in de media echter nog steeds heel stil en onduidelijk over, maar als het aan mij als tandarts ligt en daar zal ik mij ook zeer voor inzetten, gaat Ixorg dat de komende jaren enorm door elkaar schudden. Mogelijk is de reden van uw offensief daaruit voortgekomen, omdat het aantal afgesloten tandartsverzekeringen bij Achmea enorm is gedaald. Een melkkoe minder, maar de gebouwen, inventaris, energie en salarissen die elk jaar duurder worden, moeten net als bij mij ook bij Achmea betaald blijven worden.
Wat mij erg verbaast en waar ik door merk dat het vrijwel onmogelijk zal zijn om met u te overleggen en in dialoog te geraken, is dat u onwrikbare en helaas ook m.i. onjuiste standpunten heeft ingenomen, maar daar wel op handelt. Dat blijkt mij namelijk uit het volgende: Ik lees in uw reactie op het artikel van Niek Opdam in het Nederlands Tandartsenblad dat uw afdeling technisch inhoudelijk niet op de hoogte is van bijvoorbeeld de open – of de gesloten sandwich methode en waarom deze vulmethoden inmiddels achterhaald zijn. Verder is de etsbare onderlaag een omschrijving die al jarenlang niet meer juist is en ook door wetenschappelijk onderzoek als achterhaald is bevestigd. Een glasionomeer/compomeer onderlaag bijvoorbeeld moet niet met ets naderhand worden behandeld, maar juist ervoor, anders wordt de onderlaag craquelé achtig, gaat scheuren en heeft dan nog zeer matige materiaaleigenschappen. U propageert nu feitelijk dat uw verzekerden matige mondzorg mogen ontvangen. omdat u probeert er voor te zorgen dat de tandartsen zich uitsluitend aan de tekst houden die al 25 jaar geleden is opgesteld. De tekst moet in uw opinie dus altijd worden gevolgd, ook als gebleken is dat dit inferieure behandelingen oplevert. In onze professie geldt een “ gouden standaard” en “the state of the art” en helaas loopt de NZa, voorheen CTG, altijd jaren achter op wat door wetenschappelijk onderzoek en klinische testen inmiddels usance is geworden.
Het is ook wel begrijpelijk omdat er zo ontzettend snel en veel zaken in de tandheelkunde veranderen, maar het is pas nu echt een probleem geworden omdat de code omschrijving door u tot heilig en als enige toetsbare norm zonder enige bandbreedte is verheven. Uw mondzorgafdeling spreidt een enorme wijsheid en kennis van het werkveld ten toon om met uitsluitend gebruikmaking van computeruitdraaien en ongetwijfeld fraai uitgewerkte statistieken de NZa-regels rigide te gaan handhaven, zonder enig respect voor de zorgverleners en toetsing met beroepskoepels of universitaire vakgroepen. Ik lees in het geheel ook niets over hoor en wederhoor, alles is eenrichtingsverkeer van uw kant.
Elke zichzelf respecterende tandarts die zijn wetenschappelijke literatuur bijhoudt en voldoende bij- en klinische nascholing volgt had u, op uw verzoek, het voorgaande tandheelkundig inhoudelijke stuk natuurlijk precies kunnen uitleggen.
Ik neem aan dat u zich realiseert dat door uw optreden in de media en uw brief aan alle tandartsen in Nederland van uw afdeling Mondzorg er inmiddels een zeer grimmige sfeer is ontstaan, die niet alleen ik voel, maar met mij vrijwel alle 7000 andere tandartsen in Nederland. De zin “Achmea spuugt publiekelijk op onze witte jas” is zelfs al neergeschreven en dat is taal die ik mijn lange loopbaan als tandarts nog nooit eerder heb gelezen, maar die de minachting over uw manier van aanpak van de mondzorgverleners en de gang van zaken in mijn ogen wel exact verwoord.
Aangezien ik het vertrouwen in uw professionele standaard en uw vermogen tot reflecteren en correct omgaan met de toetsing van mijn professie geheel verloren heb, door alles en iedereen op voorhand aan de schandpaal te nagelen, onderteken ik alleen met
De getergde tandarts,
algemeen practicus
11 januari 2014