De overheid heeft de burger verplicht tot een zorgverzekeringssysteem. Zij komt onder meer op de volgende manieren aan het geld:
- Volksverzekeringspremies;
- Volksverzekeringheffingen;
- De btw op zorg-gerelateerde producten en diensten;
- Loon- en inkomstenbelasting van zorgverleners;
- Loon- en inkomstenbelasting van werknemers in de directe en indirecte zorgsectoren. Hierbij kan men denken aan: zorgverzekeraars, farmaceutische industrie, reclamemakers, ziekenhuisbouw, software en hardware, industrie van zorgvoorzieningen enz;
- Accijnzen op ziekmakende stoffen als tabak, alcohol en suikers.
Nu moet de overheid gaan bezuinigen. Dit betekent: minder uitgeven om meer over te houden. Er is immers een staatsschuld, ook al is die niet aanwijsbaar veroorzaakt door de gezondheidszorg. De overheid verhoogt zowel de heffingen en de premies als het eigen risico en verkleint teven het basispakket.
Dit betekent een verlaging van de toegankelijkheid tot de zorg voor de sociaal zwakkeren, waarvan het aantal groeit. De vraag van eenvoudige zorg wordt uitgesteld. Dit verhoogt de kans op de vraag naar gecompliceerde zorg. Een lagere omzet door de uitgestelde vraag betekent minder inkomsten uit de btw en de loon- en inkomstenbelasting van de zorg-gerelateerde aanbieders. Een toegenomen vraag naar gecompliceerde hulp maakt de besparingen ongedaan en compenseert de verliezen op het gebied van de belastingen In dat geval zal het eigen risico verder moeten worden verhoogd en de dekkingsgraad verlaagd. Ook de premies zullen verder moeten stijgen.
Bij een schadeverzekeraar kun je weglopen. Bij het huidige verzekeringssysteem in de gezondheidszorg kan dat niet. Je loopt dus so wie so steeds meer financiƫle schade op, ook al heb je geen zorg nodig.